Tijdens de laatste weken van je zwangerschap zakt je baby langzaam dieper in je bekken. Dit noemen we het indalen. Meestal gebeurt dit met het hoofdje naar beneden, wat ook de beste positie is voor een natuurlijke bevalling. Je baby past met zijn hoofd precies tussen je bekkenbotten. Als hij met zijn billen naar beneden ligt (in een stuitligging), kan het ook zijn dat hij met de stuit indaalt. Na het indalen is het voor je baby lastiger om nog van houding te veranderen.

Waarom is het indalen belangrijk?

Het kan wat ongemakkelijk aanvoelen, maar het indalen heeft een belangrijke functie. Je baby ligt na het indalen vaak in de juiste positie voor de bevalling en blijft daar ook. Daardoor hoeft hij straks minder afstand af te leggen tijdens het persen. Als je vliezen breken terwijl het hoofdje al is ingedaald, sluit dat het bekken goed af. Zo verklein je de kans dat de navelstreng uit de baarmoeder zakt en in de knel raakt.

Wanneer daalt je baby in?

Het moment van indalen verschilt per zwangerschap. Gemiddeld gebeurt het ergens tussen de 30 en 38 weken. Sommige baby’s dalen pas tijdens de bevalling in, en dat is ook helemaal normaal.

Als je voor de eerste keer zwanger bent, is de kans groter dat je baby al wat eerder indaalt omdat je buikspieren nog stevig zijn. Bij een volgende zwangerschap heeft je baby vaak wat meer ruimte en zakt hij later in.

Wat kun je voelen als je baby indaalt?

Het indalen gebeurt meestal geleidelijk. Veel vrouwen merken er nauwelijks iets van. Toch kun je soms indalingsweeën voelen: een scherpe of trekkende pijn in je onderbuik, liezen of vagina. Ook kun je harde buiken krijgen of een drukkend gevoel laag in je bekken. Indalingsweeën zijn meestal onregelmatig, verdwijnen vanzelf weer en zijn goed te verlichten met warmte.

Kun je het indalen stimuleren?

Je kunt het proces niet forceren, maar in beweging blijven helpt mogelijk wel. Wandelen, rechtop zitten en rustige oefeningen kunnen ervoor zorgen dat je baby gemakkelijker een weg naar beneden vindt. Tijdens de bevalling zelf helpt een actieve houding om het indalen te bevorderen, vooral in de ontsluitingsfase. Zo oefent het hoofdje meer druk uit op de baarmoedermond, wat het proces kan versnellen.

De voordelen van een ingedaalde baby

Wanneer je baby is ingedaald, brengt dat een aantal fijne voordelen met zich mee:

  • Hij ligt vaak al goed voor de bevalling en draait zich niet meer om.
  • Je ervaart vaak meer ruimte boven in je buik.
  • De druk op je maag neemt af, wat helpt tegen brandend maagzuur of een opgeblazen gevoel.
  • Tijdens de bevalling hoeft je baby minder ver te zakken, wat het persen mogelijk iets makkelijker maakt.
  • Bij gebroken vliezen sluit het hoofdje het bekken goed af, waardoor de navelstreng niet in de knel komt.

Nadelen van indalen van een baby

Indalen kan ook wat ongemakken met zich meebrengen:

  • De druk op je blaas neemt toe, waardoor je vaker moet plassen.
  • Lopen kan lastiger zijn door het gewicht laag in je bekken.
  • Je kunt een zeurend ,drukkend of stekend gevoel onderin je buik of vagina ervaren.
  • Indalingsweeën kunnen pijnlijk aanvoelen, maar verdwijnen vanzelf weer.

Wat als je baby niet indaalt?

Als je baby bij een eerste zwangerschap niet indaalt vóór de bevalling is er vaak niks aan de hand. Soms kan er een medische reden zijn als je baby niet indaalt. Bijvoorbeeld bij:

  • Te veel vruchtwater
  • Een afwijkende bekkenvorm of hoofdje
  • Placenta praevia (waarbij de placenta voor de uitgang ligt)

Gelukkig komen deze situaties niet vaak voor. Meestal daalt je baby alsnog vanzelf in vlak voor of tijdens de bevalling. Bij een tweede of volgende zwangerschap is het bovendien normaal dat de baby pas later indaalt.

Is indalen een teken dat de bevalling bijna begint?

Niet per se. Sommige baby’s dalen al bij 30 weken in, terwijl de bevalling pas bij 41 weken plaatsvindt. Andere baby’s zakken pas op het allerlaatste moment. Het zegt dus weinig over het moment waarop de bevalling zal starten, maar het is wél een teken dat je baby zich voorbereidt op zijn komst.

Wat als je baby in stuit indaalt?

Als je baby met de billen naar beneden ligt, kan hij in stuit indalen. Rond 35-36 weken maken we een liggingsecho om goed te beoordelen hoe je baby ligt. Is er sprake van een stuitligging, dan kun je kiezen voor een uitwendige versie. Daarbij probeert een verloskundige of gynaecoloog je baby met de handen voorzichtig te draaien. Dit gebeurt altijd onder goede controle en is over het algemeen veilig, al kan het wat ongemakkelijk aanvoelen.

Heb je vragen over het indalen of maak je je zorgen? Neem gerust contact op met Carmenta. We kijken graag met je mee en geven advies op maat. Samen zorgen we ervoor dat jij en je baby goed voorbereid zijn op de bevalling.